In een fotoproject over de Nederlandse Noordzeekust mag de Brandaris niet ontbreken. Na enig getelefoneer met Rijkswaterstaat kreeg ik toegang tot de vuurtoren die niet voor publiek toegankelijk is. Ik drukte bij de ijzeren deur beneden op de elektronische bel en trad binnen. In mijn drang naar boven miste ik het bordje naar de lift, dat ook wel slecht zichtbaar was, en begon de wenteltrap te beklimmen, net als de vuurtorenwachters dat eeuwen hebben gedaan. De trap kronkelde eindeloos omhoog. Buiten adem kwam ik in de controlekamer van de verkeerscentrale aan. Eerste vraag: waarom nam u niet de lift meneer ??
Twee mannen zaten voor een aantal schermen opgesteld in een halve cirkel waarop onder meer de posities van de schepen op zee te zien waren. Via de marifoon wordt mondeling contact onderhouden als dat nodig is. Behalve via de schermen volgen de verkeersleiders de gebeurtenissen ook met het blote oog of met de verrekijker. Zoals tijdens mijn tweede bezoek, de volgende ochtend, toen zich een klein windhoosje ontwikkelde ten oosten van Terschelling en er een waarschuwing voor de pleziervaart uit moest.
Een prachtige werkplek hebben ze daar natuurlijk. Een van de mannen vertelde met liefde over het vak en had altijd een camera klaar liggen voor spectaculaire weerbeelden. Bij zware storm zwiept de toren een beetje heen en weer. Er was een balkonnetje, maar om foto’s van alle kanten te maken moest ik over een smalle richel, wel met een hek gelukkig. Bovenin was de lichtkamer. Daar stonden de lampen, 2000 watt per stuk. Hoewel ze overdag natuurlijk uit stonden was het er snikheet.
Omdat ik veel tegenlicht had bij het fotograferen in de controlroom ben ik de volgende ochtend terug gegaan toen de zon aan de andere kant stond. Het weer was ook veranderd. Licht bewolkt waar de zon net genoeg doorheen scheen om mooi gefilterd licht op te leveren. Terschelling lag er fris en schoon bij. Een paar fraaie driemasters voeren uit de haven de Waddenzee op.
De Brandaris
Leave a reply